Je blaas de baas: wat een gezeik!

Door Ellen Bonhof

Voor veel vrouwen geen onbekend probleem: ongewild urineverlies. Of je het nu hebt over wat verdwaalde druppels omdat je springt of rent (ok, misschien wat meer dan een paar verdwaalde druppels) of je moet heel vaak naar het toilet. Veel vrouwen hebben het en tijdens een levensfase als de menopauze, lijkt dit nog eens wat erger.

Wat is er aan de hand? Je blaas hoeft heeft maar twee taken toch? Urine vasthouden en op bepaalde momenten de urine loslaten. Maar wat simpel oogt is in het lichaam eigenlijk een samenspel van heel veel factoren. Het zenuwstelsel, het brein, sluitspieren, je bekkenbodem, hormonen en de blaas zelf (die uit verschillende weefsellagen bestaat) hebben allemaal invloed op het functioneren van je blaas.

Misschien wel de belangrijkste van deze factoren die van invloed zijn op het functioneren van je blaas zijn de bekkenbodemspieren. Dit zijn spieren die de organen van je bekken ondersteuning geven. En daar hoort de blaas ook bij.

Er zijn verschillende redenen waardoor de bekkenbodemspieren mogelijk minder goed kunnen gaan functioneren, waaronder:

  • Zwangerschap
  • Overgewicht
  • Constipatie
  • Menopauze

In het geval van menopauze is er een hormonale oorzaak. Tijdens deze fase daalt het vrouwelijk hormoon oestrogeen. Dit hormoon zorgt onder andere voor de aanmaak van verschillende weefsels in de blaas, waaronder collageen. Wanneer oestrogeen daalt, is er dus minder aanmaak van bijvoorbeeld collageen, een stof die belangrijk is voor de structurele ondersteuning van de blaas.

De daling van oestrogeen tijdens de menopauze kan je niet heel veel aan doen. Maar dat hoeft geen probleem te zijn wat betreft het functioneren van de blaas, als die bekkenbodemspieren hun werk maar doen.

De andere drie punten gaan meer over het disfunctioneren van de bekkenbodemspieren zelf. Alhoewel op andere manieren.

Zwangerschap en overgewicht kunnen als gevolg hebben dat de spieren van de bekkenbodem zwak worden. Doordat er veel druk op komt, kunnen ze niet goed meer aanspannen. Hierdoor kunnen deze spieren de blaas niet goed meer de ondersteuning geven die het nodig heeft.

Bij constipatie moet je eigenlijk denken aan bekkenbodemspieren die te hard werken. Deze spieren zijn constant aangespannen. Zo is het dan bijvoorbeeld moeilijk om de blaas helemaal te legen. In plaats daarvan moet je heel vaak en iedere keer maar een beetje. Overigens is hier vaak sprake van spieren die niet sterk genoeg zijn. Zwakke spieren worden stijf en stijve spieren worden zwak.

Of je het nu stijve spieren, zwakke spieren of spieren die constant aangespannen zijn noemt, waar het met name omgaat is dat de reflexen van de spieren (het op een juiste manier aanspannen en ontspannen) niet juist meer functioneren.

Gelukkig kun je deze spierreflexen weer trainen!

Zelf had ik na mijn bevalling last van urineverlies als ik bijvoorbeeld ging trampoline springen. Na slechts een paar sprongen moest ik al direct naar het toilet om mijn blaas te legen. Uitermate irritant en frustrerend.

Gelukkig waren er een aantal oefeningen die mij hier vanaf hebben geholpen. Bedenk wel dat dit geen quick fix is. Je zal de oefeningen vaak moeten herhalen, maar na enige tijd zal je het verschil merken.

Oefening 1: Lage ademhaling

Het middenrif (de belangrijkste ademhalingsspier) en de bekkenbodemspieren zijn direct met elkaar verbonden. Een goede ademhaling is essentieel voor het correct kunnen werken van de bekkenbodemspieren.

Voor een goede ademhaling en het beter functioneren van je bekkenbodemspieren doe je het volgende:

  • Zorg dat je comfortabel zit
  • Plaats je handen tegen je onderste ribben
  • De inademing stuur je richting je handen. Je zal dan merken dat de ribbenkast uitzet en je handen als het ware naar buiten duwt.
  • Laat de uitademing vanzelf gebeuren.
  • Maak je niet druk over hoe lang een inademing of uitademing moet zijn.
  • Doe dit voor een paar minuten

Oefening 2: Lage ademhaling onder druk

Deze oefening is een stapje verder. In principe doe je hetzelfde als de voorgaande oefening, maar ga je een grotere prikkel geven aan het middenrif en bekkenbodemspieren. Uiteindelijk zorgt dit voor de betere spierreflexen van de bekkenbodemspieren:

  • Ga liggen op je rug
  • Trek je benen zoveel mogelijk op richting je borst (en hou je benen vast). En breng je opgetrokken benen iets naar buiten. Dit brengt een rek op het bekkenbodem.
  • Doe dezelfde ademhaling als bij oefening 1 (alleen heb je nu niet je handen in de zij).
  • Doe ook dit voor een paar minuten
  • Om deze oefening zwaarder te maken, breng je kin naar de borst. Let wel op dat je hier blijft doorademen en niet dat je de adem gaat vastzetten om je hoofd op te tillen.

Doe dit dagelijks en je zult snel merken dat de reflexen van je bekkenbodemspieren verbeteren en dat je betere controle hebt over je blaas.

Liefs Ellen

www.ellenbonhof.com